Bewust Docentschap

In dit deel beschrijf ik mijn ontwikkeling als docent. Op de titelpagina staat aangegeven welke reis ik functioneel heb gemaakt. Dit deel gaat over mijn spreekwoordelijke reis als docent. In de conclusie komen voorbeelden en beschrijvingen bij elkaar. Binnen deze pagina staan enkele knoppen die verwijzen naar praktische casussen die mijn verhaal ondersteunen.

REFLECTIE: ONTWIKKELING VAN VISIE DOOR ERVAREN EN ERVARING

Toen ik zeven jaar geleden de overstap maakte van het bedrijfsleven naar het onderwijs als zij-instromer, voelde ik mij zowel enthousiast als onzeker. Mijn onervarenheid als docent maakte de eerste stappen moeilijk; ik worstelde met didactische vaardigheden, klassendynamiek en het balanceren van diverse leerbehoeften. Tegelijkertijd ontdekte ik dat juist deze onervarenheid een kracht kon zijn. Mijn frisse blik stelde me in staat om het onderwijs met open ogen en een kritische houding te benaderen. Als iemand die leergierig is en van nature communicatief sterk, kon ik gemakkelijk aansluiting vinden bij collega’s en studenten. Deze eigenschappen bleken niet alleen cruciaal voor mijn eigen ontwikkeling, maar ook voor het vormgeven van een betekenisvolle leerervaring voor mijn studenten.

In mijn beginjaren lag mijn focus op het opbouwen van basisvaardigheden. Ik stelde mijzelf continu de vraag hoe ik effectief kon aansluiten bij de behoeften van studenten. Dit proces ging niet zonder slag of stoot, vooral omdat mijn directheid soms werd geïnterpreteerd als confronterend. Gaandeweg leerde ik dat transparante communicatie alleen effectief is als deze gepaard gaat met empathie en een open oor voor wat studenten nodig hebben. Deze balans werd een kernpunt in mijn groei als docent. Studenten leerden mij vertrouwen en mijn feedback waarderen, omdat zij merkten dat mijn directheid voortkwam uit een oprechte wens om hen te helpen groeien.

Een keerpunt in mijn ontwikkeling was het besef hoe waardevol mijn ervaring uit het bedrijfsleven is. Mijn jarenlange praktijkervaring stelde me in staat om theoretische concepten tot leven te brengen en de soms steile kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen. Ik merkte dat studenten zich vaak afvroegen: “Waarom leren we dit? Hoe kan ik dit later toepassen?” Door praktijkvoorbeelden, casestudies en real-life scenario’s te integreren in mijn lessen, kon ik deze vragen beantwoorden en de leerstof bijna tastbaar maken. Dit maakte het leren niet alleen relevanter, maar ook motiverender

In de afgelopen jaren heb ik (als Business Liaison Manager IB) actief bijgedragen aan onderwijsontwikkeling door bruggen te slaan tussen de academische wereld en het bedrijfsleven, binnen het IB eco-systeem in Noord-Nederland, waar wij deel vanuit maken. Ik heb programma’s mede ontworpen waarin praktijkgericht leren centraal staat, zodat studenten niet alleen kennis vergaren, maar ook competenties ontwikkelen die direct toepasbaar zijn. Mijn visie dat studenten op school zijn om te leren, en niet om dingen te weten, is een leidend principe geworden in mijn aanpak. Leren draait om het ontwikkelen van denkvaardigheden, kritisch inzicht en een oplossingsgerichte houding.

Dat past goed bij Design Thinking en mijn groeiende affiniteit met  Design Based Education (DBE), vermits gebruikt als middel en niet als doel! Deze benadering sluit naadloos aan bij mijn geloof in het belang van praktijkgericht leren in combinatie met het toepassen van (evidence based) wetenschap. Bij Design Thinking draait het om creativiteit, samenwerken en iteratief probleemoplossen—vaardigheden die studenten voorbereiden op een dynamische wereld. Toegepast onderzoek zorgt daarbij voor een stabiel en betrouwbaar fundament.  In een DBE-setting kunnen studenten echte vraagstukken aanpakken vanuit het bedrijfsleven, waarbij zij niet alleen leren over de wereld, maar er actief aan bijdragen. Mijn rol als docent is hierin verschoven van kennisoverdrager naar begeleider: met behulp van mij meer ervaren collegae, heb ik geleerd studenten de juiste vragen te stellen, oplossingen te ontwerpen en kritisch te reflecteren op hun proces.  Een praktisch voorbeeld waarin dit samenkomt  is de elective SME Challenges on Internationalization (zie knop rechts voor meer informatie)

Mijn reis als docent is er een van transformatie en verbinding. Door mijn eigenschappen als katalysator te benutten, heb ik niet alleen mezelf ontwikkelt, maar ook een leeromgeving gecreëerd waarin studenten kunnen floreren. Maar dit doe ik ook door studenten zelf te stimuleren en te ondersteunen, maar ook door bewuste samenstelling van projectgroepen, waarbij gekeken wodt naar een goede mix van achtergrond, gender, nationaliteit/cultuur en opleiding. Met Design Thinking en DBE als leidende principes, voel ik me klaar om mijn onderwijs nog betekenisvoller te maken en een blijvende impact te hebben op mijn studenten. En, als het meezit, ben ik nog niet eens halverwege.

(Rechts het logo van de IB Carousel en enkele afbeeldingen van het letterlijk samenkomen van overheid, onderwijs en bedrijfsleven tijdens de IB Carousel in De Molen bij NHL Stenden.

ZELF-EVALUATIE; BEWUST DOCENTSCHAP

 

Ik heb geprobeerd mijnzelf in de context van mijn vak als docent en op basis van kerncompetenties binnen bewust docentschap te evalueren. Ik heb dat gedaan door 360-feedback ondersteund door de methodiek JOHARI-window. Deze combinatie heeft me waardevolle inzichten opgeleverd over mijn kwaliteiten en ontwikkelpunten als docent, maar ook als persoon. Uit de feedback blijkt duidelijk dat mijn sterke punten in lijn liggen met hoe ik mezelf zie en hoe anderen mij ervaren. Mijn positieve en constructieve instelling wordt gewaardeerd; ik ben iemand die kansen ziet en zich met energie inzet voor verbeteringen. Daarnaast wordt mijn compassie en inlevingsvermogen benadrukt. Collega’s en studenten voelen zich op hun gemak bij mij, wat bijdraagt aan een veilige en open samenwerking. Mijn vermogen om gemakkelijk contact te leggen en te onderhouden wordt als een van mijn grootste krachten gezien. Dit, in combinatie met mijn constante streven naar ontwikkeling, maakt dat ik een stimulerende omgeving weet te creëren voor anderen.

Uit het JOHARI-window blijkt dat mijn openheid en toegankelijkheid sterk bijdragen aan de verbinding met mijn omgeving. Mensen voelen zich gehoord en serieus genomen, wat vertrouwen opwekt. Tegelijkertijd biedt het model een waardevolle spiegel voor mijn verbeterpunten. Zo werd tijdens de feedback vaak genoemd dat ik meer aandacht moet besteden aan écht luisteren. Mijn enthousiasme en doortastendheid kunnen soms leiden tot een overweldigende aanwezigheid, waarbij ik in mijn drang naar actie of verbetering de ruimte voor anderen onbewust beperk. Dit sluit aan bij mijn neiging om dominant of dwingend over te komen, wat gesprekken kan smoren en ideeën van anderen minder ruimte kan geven.

Een ander punt van aandacht dat uit de feedback naar voren kwam, is mijn ongeduld. Deze eigenschap werd in het JOHARI-window benoemd als een blinde vlek: ik ben me er niet altijd van bewust dat mijn ongeduld overkomt als desinteresse. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat ik te snel verder wil of onvoldoende waarde hecht aan andermans inbreng. Dit inzicht was confronterend, omdat het haaks staat op mijn intentie om anderen te ondersteunen en te inspireren. Tot slot werd duidelijk dat ik meer baat zou hebben bij het actief vragen om feedback. Hoewel ik toegankelijk ben, blijkt dat ik vaak onbewust de indruk wekt dat ik zelf voldoende inzicht heb, waardoor anderen minder geneigd zijn om me feedback te geven.

Naast deze blinde vlekken heeft het JOHARI-window me ook gewezen op kwaliteiten die ik soms onvoldoende bewust inzet, zoals mijn betrouwbaarheid en behulpzaamheid. Ik ben er voor anderen en dat wordt opgemerkt, maar ik zou deze kwaliteiten sterker kunnen benutten door ze meer te combineren met geduld en een bewuste openheid voor nieuwe perspectieven.

 

(Links hiernaast afbeeldingen van de 360 feedback en de verwerking van de JOHARI-window feedback)

 

Praktische aanpak leerpunten

Een van de belangrijkste verbeterpunten was een schijnbaar eenvoudige; luisteren. Hoewel ik hier inmiddels best al onbewust bekwaam in ben, kan ik hierin nog verder ontwikkelen. Ik neem meer de tijd om te luisteren, maar mijn ongeduld zit mij nog vaak in de weg. Een inspiratie hierbij was wat Edgar Schein "Humble Inquiry" noemt, ofwel "The gentle art of asking in stead of telling". Dat hielp mij ook om mijn dominante (en in het bedrijfsleven als leidinggevende preferente) houding van "vertellen" om te vormen naar één van (beter) luisteren én vertellen. Door de juiste vragen te stellen en goed te observeren, kom je meer te weten en kom je zodoende verder en dieper, op een minder dwingende manier. Mijn grondhouding en reacties zullen echter altijd direct zijn en blijven, zo ben ik en dat werkt ook, zeker bij studenten; zij willen weten of iets goed of niet goed is en waarom. Daar kun je maar beter helder en duidelijk over zijn. Hierin moet studenten groepen (lees: cultureel en international gemixte studenten) wel mee bekend gemaakt worden en aan kunnen wennen. Daar heb ik nu wel meer aandacht voor.

 

Bewustzijn en vooruitblik als docent
De combinatie van de 360-feedback en het JOHARI-window was een confronterend, maar zeer waardevol proces. Het heeft geleid tot diverse “aha-erlebnisse” die mij verder helpen in mijn ontwikkeling. Zo begrijp ik nu beter dat mijn pragmatische aanpak waardevol is, maar dat deze altijd moet worden afgestemd op de context van het curriculum en op de studenten. Dit inzicht helpt mij om mijn handelen bewuster te sturen en in lijn te brengen met de onderwijskundige doelen.

Ik zie nu ook duidelijk dat ik mij verder kan ontwikkelen door aandachtiger te luisteren (zie boven),maar ook door zelf actiever feedback te vragen; ik merk nog te vaak dat ik reacties voor lief neem, zonder check of dingen duidelijk zijn, bij studenten én collegae. Ook vraag ik inmiddels feedback over mijn gedrag en acties. Daarnaast wil ik vaker doorvragen (dit doe ik inmiddels al bewust) om de ideeën en behoeftes van anderen beter te begrijpen. Het BDB-traject heeft hier overigens al een belangrijke rol gespeeld. Dit zal helpen mijn didactische vaardigheden te verbeteren en om nog meer en beter te reflecteren op mijn persoonlijke ontwikkeling in relatie tot collega’s en studenten.

Actie

Concrete actie: ik heb inmiddels een ervaren docent gevraagd als "buddy" te fungeren. Doel hiervan is om af en toe eens samen te zitten en te reflecteren op gebeurtenissen en evaluaties. Dit heeft al geleid tot dingen waarvan ik me nu meer bewust ben dat ik er bekwamer in wordt:

- voorbereiding op lessen

- evaluatie van lessen

- communicatie met collegae en studenten

 

 

 

 

 

 

 

Conclusie; mijn bewustwording van bewust docentschap

Inleiding

Toen ik in 2017 begon als docent, kwam ik uit een wereld waarin targets, controle en resultaatgerichtheid de norm waren. In die corporate omgeving was ik gewend om de antwoorden te hebben, beslissingen te nemen en (af en toe) streng te sturen. Ik werkte met KPI’s, deadlines en een cultuur waarin kwetsbaarheid weinig ruimte kreeg (en eigenlijk als zwakte werd gezien). In het onderwijs ontdekte ik dat deze houding niet werkt. Tenminster,  niet altijd. Wat ik in de afgelopen 8 jaar wel heb ontdekt, is dat studenten niet leren door strak opgelegde kaders, maar door ruimte, vertrouwen en reflectie. Deze bewustwording is wel het resultaat van een jarenlange reis waarin ik mijzelf heb ontwikkeld als ontwerper, uitvoerder en bewust docent, waarbij deze rollen in de praktijk natuurlijk dwars door elkaar heen lopen, parallel lopen en soms ook gewoon geïntegreerd met elkaar zijn. Inmiddels merk ik dat ik best wel eens onbewust bekwaam ben ;-).

Van ontwerper naar uitvoerder: mijn fundament

Mijn eerste jaren als docent waren vooral uitvoerend. Ik leunde op mijn internationale praktijkervaring en dacht dat kennisoverdracht dé sleutel was tot goed onderwijs. Achteraf besef ik dat daar een zekere arrogantie in zat: ik dacht dat mijn expertise voldoende was om studenten te laten leren. Pas later ontdekte ik dat praktijkkennis essentieel is, maar niet doorslaggevend. Het is een voorwaarde, geen garantie voor betekenisvol leren.

De invoering van Design Based Education (DBE) en de fusie van opleidingen waren kantelpunten. Semester 7 transformeerde van een statische exportopdracht naar een authentiek, multidisciplinair project waarin studenten strategische vraagstukken uit het werkveld oplossen. Dit vroeg om een andere rol van mij: niet langer primair kennisoverdrager, maar facilitator van leerprocessen. Ik moest leren om niet alleen kennis te geven, maar een leeromgeving te creëren waarin studenten zelf onderzoeken, reflecteren en keuzes maken. Dat schrijf ik nu zo op, maar dat was uiteraard geen besluit op een willekeurige dinsdagnamiddag, dat is een proces.

Mijn bewustwordingsproces

Bewust docentschap betekent voor mij dat ik niet alleen kijk naar wat ik doe, maar ook naar waarom ik het doe en hoe ik het doe. Het vraagt om reflectie op mijn handelen. En het besef dat mijn persoonlijke kwaliteiten en overtuigingen de leeromgeving vormgeven. Ik heb gelezen, geïntepreteerd én geleerd dat authenticiteit een sleutel is: studenten voelen of je echt bent, of het truc is. Mijn humor, creativiteit, laagdrempeligheid en praktijkervaring zet ik bewust in om een veilige en uitdagende leeromgeving te creëren. Tegelijkertijd heb ik geleerd dat mijn valkuilen – directheid, ongefilterheid, "hart op de tong", snel denken, combineren, concluderen .. actie!  – vragen om terughoudendheid en reflectie. Dat lukt vaker wel dan niet tegenwoordig.

De omslag van kennisoverdrager naar facilitator was geen plotselinge stap, maar een geleidelijk proces. Interne trainingen, de BDB-cursus en gesprekken met collega’s hebben mij geholpen om mijn rol opnieuw te definiëren, als het ware. Ik ben gaan zien dat onderwijs niet draait om het hebben van alle antwoorden, maar om het stellen van de juiste vragen. Het gaat om het creëren van een klimaat waarin studenten durven experimenteren, fouten zien als leerkansen en eigenaarschap nemen over hun leerproces.

Mijn visie op leren en onderwijs

Leren is voor mij een actief, reflectief en iteratief proces. Studenten moeten eigenaar zijn van hun leerproces: doelen stellen, keuzes maken, reflecteren en bijsturen. Feedback speelt daarbij een cruciale rol. In semester 7 heb ik dit concreet gemaakt door een programma te ontwerpen waarin studenten wekelijks voortbouwen op hun werk, feedback krijgen op wat goed gaat en feedforward op wat komt. Dit cyclische proces stimuleert zelfbewustzijn en verantwoordelijkheid. Mijn idee is dat studenten aan het eind van hun studie beter weten wie ze zijn, wat hun motiveert en gelukkig maakt en voldoende vaardigheden hebben om hun werkt te doen; "we teach them how to fly, not to where they should fly to".

Onderwijs is voor mij een co-creatieproces waarin theorie en praktijk elkaar versterken. De Triple Helix – samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en werkveld – is daarbij cruciaal. Het werkveld is niet alleen een context, maar een drager van authentieke vraagstukken. In semester 7 heb ik deze visie vormgegeven door het programma om te draaien: van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd. Studenten werken nu aan strategische uitdagingen van ondernemers, wat het onderwijs relevant en toekomstgericht maakt.

Mijn kwaliteiten en ontwikkelpunten

Sterke punten: praktijkervaring, getting-things-done-mentaliteit, humor, creativiteit, laagdrempeligheid, sociaal, constructief kritisch.
Ontwikkelpunten: hart op de tong, meer gebruikmaken van collega’s, afstand nemen om overzicht te houden, vaker reflecteren voordat ik handel.

PDCA cylus, linde vellekn


Actieplan

  1. Reflectie verdiepen: structureel tijd nemen om mijn handelen te evalueren, eigenlijk onderdeel maken van de PDCA. Binnen de opleiding zijn er vaste momenten voor evaluatie van de semester (mid-term en aan het einde). Hierin kan ik dit zelf gaan opnemen.
  2. Samenwerking versterken: actief intervisie zoeken met collega’s om kennis en ervaring te delen. Dit gebeurd nu vaak spontaan, maar een vast moment tijdens een lunch(wandeling) maakt dit voor mij concreet. Dus dan niet alleen feedback geven, maar ook vragen en ontvangen.
  3. Professionalisering: Hoewel tijd een factor is, ruimte maken en vragen (aan teamleiding) voor ontwikkeling (bijvoorbeeld literatuur en interne trainingen). Als voorzitter van de opleidingscommissie is "Professionalisering" sterker op de interne "menukaart" zetten.
  4. Balans tussen inhoud en proces: bewust momenten creëren waarin ik afstand neem en te observeren, studenten zelf laten sturen.
  5. In het algemeen: leren om verantwoord en consistent AI te gebruiken in mijn werk en dit ook door te geven aan de studenten

Mijn transitie in een beeld

Mijn reis heb ik geprobeerd weer te geven in een docentrollen-matrix, gebaseerd op de theorie en modellen die ik in de loop van de jaren heb bekeken en aangereikt heb gekregen. Het is een visuele weergave van mijn reis van bewustwording; van louter kennisoverdrager naar procesbegeleider, maar nog altijd (de kleine groene pijlen) een docent die zijn meerwaarde toevoegd door praktische en theoretisch kennis en daar ook pragmatisch op kan coachen.

De docentrollenmatrix die ik gebruik om mijn ontwikkeling te visualiseren, is gebaseerd op een combinatie van pedagogische theorieën die ik in de loop van de jaren heb aangereikt gekregen en die ik, onder anderen in het kader van mijn BDB-opleiding, heb gevonden en toegepast. De afbeelding visualiseert  de verschuiving van kennisoverdracht naar procesbegeleiding beschrijven. Ik ben hierbij met name beïnvloed (of eigenlijk geïnspireerd door:

  • Kolb’s Educator Role Profiles: Kolb koppelt leerstijlen aan docentrollen en benadrukt dat docenten verschillende posities innemen, van expert tot facilitator. Dit alles wel afhankelijk van de leercontext.
  • Carl Rogers’ Facilitation Theory: Rogers stelt dat betekenisvol leren ontstaat in een klimaat van vertrouwen, empathie en authenticiteit. Dit linked vooral aan de rol als procesbegeleider.
  • Transmission–Transaction–Transformation Model: Dit model beschrijft de transitie van kennisoverdracht (Transmission) naar interactie (Transaction) en uiteindelijk naar transformatie (Transformation), waarin studenten eigenaarschap nemen over hun leerproces.
  • Procesgerichte didactiek en DBE-principes: Binnen NHL Stenden is Design Based Education gericht op co-creatie, authenticiteit en samenwerking met het werkveld. Dit vraagt om een docentrol die niet alleen inhoudelijk stuurt, maar ook het leerproces faciliteert.

In mijn eigen rol zijn alle verschillende rollen wel aanwezig, maar de focus verschuift steeds meer naar proces begeleider. Toch zijn er altijd momenten dat studenten specifieke kennis vragen of nodig hebben. Coachen op inhoud gebeurt zeker ook, bijvoorbeeld door het inschakelen van externe partijen, waarbij inhoud wordt benadrukt en interactie met het werkveld wordt gestimuleerd. 

Mijn ontwikkeling van 2017 tot 2025 (en volgend!) volgt een diagonale beweging van linksboven naar rechtsonder: van kennisoverdrager naar procesbegeleider. Deze verschuiving weerspiegelt mijn groei naar bewust docentschap, waarin ik niet alleen kennis overdraag, maar een leeromgeving creëer waarin studenten eigenaarschap nemen, reflecteren en samenwerken.